Preek bij de zondag van de nauwe poort

Jaar C, 25 augustus 2013, 14e zondag na Pinksteren (16e in de reeks)

Ternauwernood

Jesaja 30, 15-21; Hebreeën 12, 22-29; Lucas 13, 22-30

Zusters en broeders,

Ik stond een keer voor de klas van mijn dochter Lena wat te vertellen over het geloof. Je komt er dan achter hoe weinig kinderen van het geloof weten, zelfs op de r.-k. basisschool.
En als ze al wat weten, dan hebben ze hele ouderwetse beelden bij de kerk en het geloof.
Eén van de kinderen stelde mij de volgende vraag: “Ik ben niet gelovig, maar kom ik wel in de hemel als ik dood ga?”

Een vraag die me nog steeds bezig houdt en zeker wanneer we het hebben over de nauwe poort, welke vandaag centraal staat.

Er is iets in de mensen waardoor ze beloond willen worden voor wat ze doen. Sterker nog, onze hele economie is er op gebaseerd. Ik doe iets voor jou en jij betaalt mij iets in gelijke waarde terug. En zo kijken we dus ook naar het leven en het einde daarvan.

Het is misschien wel één van de moeilijkste aspecten in het geloof. Hoe vaak is het namelijk niet de inzet geweest in de strijd tegen het ongeloof. Als je niet gelooft, dan kom je niet in de hemel.

Wat bezielt dus een kind van elf om te vragen of ze in de hemel komt terwijl ze niet gelooft. Ik heb er lang over nagedacht, maar ik denk dat het meer een soort van vraag was. Het is alsof ze eigenlijk wil zeggen, mijn ouders geloven niet en willen het mij ook niet bijbrengen, maar eigenlijk verlang ik wel naar die hemel waar jullie het over hebben.

Genade

We moeten er voor waken dat deze lezingen van vandaag niet de inzet worden van angst voor God. We moeten niet uit angst onze toevlucht zoeken bij de Heer. Het was namelijk ook angst die de leerling er toe bewoog om die vraag aan Jezus te stellen over hoeveel mensen behouden zouden worden.
Hij begon wel in te zien dat je niet prat kon gaan op het feit dat je Jood was en daardoor wel in de hemel zou komen. Maar hij vond het ook moeilijk om het uit handen te geven. Wat gebeurt er immers wanneer je jezelf volledig overlevert aan die God?

Een hoofdstuk eerder kun je nog lezen hoe Jezus zijn leerlingen zegt dat ze zich geen zorgen moeten maken over wat je moet eten en drinken om in leven te blijven.

Hij wil er mee zeggen dat het leven komt zoals het komt en dat je dat moet leren accepteren, hoe moeilijk dat ook is. Ook Jesaja zegt het ons. “Dit is de weg, volgt die, of hij nu naar rechts gaat of naar links.”

Wij zijn gewild

Het gaat er niet om dat straks aan de hemelpoort iemand met een rekenmachine staat op te tellen of je je quotum aan goede daden wel hebt gehaald. Voorop staat namelijk dat de Heer ons heeft gewild en ons ook graag bij zich neemt. Jesaja spreekt die broodnodige hoop uit, midden in een tijd van onderdrukking en ellende.

De Heer wil ons graag bijstaan en we mogen hem daar dankbaar voor zijn. Het betekent namelijk dat we niet worden afgerekend op datgene wat wij gedaan hebben om in de hemel te komen. Als je namelijk zo zou gaan denken dan wordt dat toch al snel een onhaalbare zaak.
Maar het betekent evenmin dat we nonchalant moeten worden en een houding aannemen van ‘het maakt niet uit wat we doen, want we komen er toch wel.’

Voorop staat dat de Heer ons in deze wereld heeft gewild. Hij heeft ons daarbij een soort gebruiksaanwijzing gegeven voor deze wereld. Hij heeft ons aangegeven hoe Hij wil dat we met elkaar omgaan en met de Schepping. Hij acht ons verstandig genoeg om in te zien hoe we het moeten doen en ook verstandig genoeg om van onze fouten te leren. Want eerlijk, weten wij mensen niet dondersgoed wanneer we niet goed met de dingen omgaan?

Wat gaat er immers in je om, wanneer je in de supermarkt staat en kan kiezen tussen de goedkope plofkip of de duurdere biologische. En wat als je nadenkt over de gevolgen die sommige producten hebben voor de hele wereld. Verstandig omgaan zit in de kleine én de grote dingen.

Ons leven is geen voorbereiding op, of toelatingsexamen voor de hemel, maar de Heer heeft ons wel medeverantwoordelijk gemaakt voor hoe wij met de wereld en de samenleving omgaan.

We zien dat onder woorden gebracht in dat Apocalyptische beeld in deze evangelielezing. Immers zij die voor die dichte deur komen te staan, wordt aangerekend en voorgehouden dat ze de gerechtigheid, die bij het Rijk van God hoort, voor zich uit geschoven hebben door die niet in het hier en nu in praktijk te brengen.

Geloven zonder beloning

Enerzijds krijg je het gevoel bij deze lezingen dat je eigenlijk niks kan doen om je plek in de hemel te bemachtigen, evenmin wordt er een uitspraak gedaan over wie wel en niet naar de hemel gaan, laat staan hoeveel. Denk maar aan het getal van 144.000 die soms weleens genoemd wordt in bepaalde kringen. Het is toch een akelig idee om te denken dat maar slechts een fractie van de mensheid goed terecht zou komen? Ik heb het uitgerekend aan de hand van de cijfers van de huidige wereld bevolking. Wanneer je het dan netjes hebt afgerond, zoals gebruikelijk, zou dat 0% van de wereldbevolking zijn, sterker nog, 0% van de Christenen.

Wat is dat toch? Is ons leven en geloven dan doelloos?
Wanneer je die gedachte toelaat, kan je de moed in de schoenen zakken.

Als je gelooft en eigenlijk zeker weet dat je niet gered zal worden, dan heeft het geloof toch geen zin meer. Maar alles loslaten en je leven volledig in Gods hand leggen geeft ook heel veel onzekerheid. Durf je dat immers? Je leven uit handen geven aan God in het vertrouwen dat het goed komt? Durf je te geloven zonder het idee dat er een beloning op je wacht na dit leven?

Rechts of links

Voor mijzelf is dat ook een eeuwige worsteling. Zo’n 25 jaar geleden zal het zijn geweest dat ik voor het eerst heel bewust stil stond bij God. Anders dan alleen maar naar de kerk gaan met mijn ouders, begon ik af en toe serieus er over na te denken en met mensen te praten. Dan zakte dat weer weg en ging de weg van mijn leven weer voort. Tot op het moment dat er iets heel bewust met mij begon te spreken. Iets begon sturing te geven aan mijn wegen, een stem die achter mij was en die ik met mijn eigen oren hoorde.
Het heeft lang geduurd voordat ik ook hoorde dat deze stem zei dat ik de weg diende te volgen of die nu rechts of links ging. Op die weg zijn er vele levensmomenten langsgekomen. Momenten waarop ik dacht het klooster in te moeten gaan, maar dan ook die duidelijke sturing die mij daar van weg hield. Momenten dat ik zelf ook moest kiezen, omdat het mijn leven hier op aarde betrof, of omdat ik op dat moment die sturende stem niet hoorde. Vaak had zo’n keuze heel veel twijfel tot gevolg.

Velen zullen ervaren dat de wegen niet altijd lopen zoals je zou verwachten of zou willen. Je komt nu eenmaal in het leven voor splitsingen te staan. Je zult moeten kiezen voor een weg. Stilstaan is er niet bij, want dan kom je niet op een bestemming.
Of je dan links of rechts kiest, het zal die nauwe poort zijn. Er zal altijd een moment zijn waarop je twijfels krijgt over de keuze die je hebt gemaakt, maar dat hoeft niet erg te zijn. Het gaat om een stuk acceptatie bij jouw keuze. Welke keuze je ook neemt, de Heer blijft achter je staan, ook al heb je niet het idee dat dat zo is.

Misschien begeef ik mij daar wel op glad ijs, want wat als je een weg gekozen hebt die alleen maar leidt tot kwaad?

Waarschijnlijk besef je dat zelf ook wel dan. Het gaat er dan om te ontdekken dat je dat niet meer wilt. Niet voor niets dat we in ons geloof veel aandacht hebben voor vergeving. Soms ook stuurt Hij mensen op ons pad die ons net dat zetje in de goede richting kunnen geven.
God vertrouwt ons dat wij het goede willen doen. Hij geeft ons daarvoor alles wat we nodig hebben om op de plaats van bestemming te komen. En het belangrijkste dat Hij gegeven heeft, dat ben jijzelf! Het is niet voorbehouden aan bepaalde vooraf uitverkoren personen. Van oost en west, van noord en zuid zullen ze komen. Het is voor iedereen bereikbaar.

Zelf zie ik die bestemming dan ook niet als een beloning voor wat we gedaan hebben. Het is meer een soort van thuiskomen. Thuisgekomen zie je terug op je levensweg en je ziet dat je soms heel hard gevallen bent, maar ook weer bent opgestaan. Het leven is je toe gevallen en een belangrijk deel daarvan heb je moeten leren accepteren. Het was een strijd om door die nauwe poort te gaan, maar je bent er doorgekomen. Je hebt de strijd aanvaard en de Heer doet open en zal je omhelzen en zeggen: “Kom snel binnen, we zaten al op je te wachten.”

Amen.

Diaken Victor Scheijde