03 Preek bij de zondag van de rijke dwaas, 31 juli 2016

Jesus COME

Zondag 13 na Pinksteren, zondag van de rijke dwaas, 31 juli 2016

Prediker 2, 1-11; Kolossenzen 3, 12-17; Lucas 12, 13-21

Zusters en broeders,

<!– used as thumbnail: –>Mijmerend over de tekst uit Prediker viel het me deze week op hoeveel mensen zich lijken te verliezen aan de Pokémon GO-rage. Ik was mij eigenlijk helemaal niet bewust van wat dat nu was en ik geloof dat ik het nog steeds niet echt begrijp. Ik ben er niet te oud voor, gezien ik jong en oud ermee bezig zie.

Je ziet ze op de hoeken van de straten, op pleinen en bij bruggen in groepjes bijeen. Ze zijn er… en toch ook niet. Afgesloten van de rest van de wereld zitten ze ineengedoken te kijken naar een schermpje of met hun telefoon in de lucht gestoken, om zich heen draaiend. Ze wachten, maar waarop? Tot een afbeelding verschijnt?

Ik begreep dat de bedoeling was achter het hele spel, dat mensen meer naar buiten kwamen en meer zouden bewegen, oftewel het zou een goede gezondheid bevorderen. Toch zie je eerder dat mensen als zombies erbij lopen buiten, of niet meer opletten bij het oversteken of zelfs al fietsend of autorijdend met die Pokémons bezig zijn. Het verwerven van een virtuele rijkdom lijkt belangrijker dan het leven zelf en er gebeuren dus ook geregeld ongelukken met deze zoekende mensen.

“Grijpen naar de wind” noemt Prediker het allemaal als hij het over de eigen inspanningen heeft om rijkdom te verzamelen. En wanneer alles is verzameld, wat rest je dan? Kun je er dan werkelijk nog van genieten?

Jezus geeft ons vervolgens de gelijkenis waarin je ziet dat de verzamelde rijkdom alleen maar extra zorgen geeft en wanneer je het alleen maar voor jezelf doet, dat het weleens ertoe kan leiden dat je er helemaal niet meer van kunt genieten.

Mensen zijn blijkbaar verzot op het verzamelen van spullen. Niet alleen om er dan ook van te kunnen genieten, maar voor de ‘heb’ en ze zijn blijkbaar bereid ervoor te wachten, al sluiten ze zich af voor het leven. Ergens lijkt het op wat we doen als gelovigen, maar toch ook helemaal niet! Ook wij komen in groepen bij elkaar, sommige christenen ook op pleinen, bij bruggen of op de hoeken van straten, wij in de kerk. En we wachten op iets dat komt. Alleen is dat wachten zo anders. We zingen samen, we bidden samen, we zijn gemeenschap samen. Samen wachten we zo op actieve wijze op de wederkomst van Christus. Hoe die wederkomst beleefd wordt kan voor iedereen anders zijn, maar toch is het iets dat je hart mag vervullen met vreugde. Het gaat voorbij aan al ons zwoegen in dit leven. Mijn kinderen hebben het dit idee uitgewerkt in een christelijk alternatief voor Pokémon GO: Jesus COME

Maar we moeten ook oppassen dat we ons geloof alleen maar als zielenheil bestempelen. We leven immers in deze wereld en we zullen ook voor ons inkomen zorgen en voor onze naasten. Maar uit de lezingen krijgen we een andere manier van kijken aangereikt.

Mensen zijn nu eenmaal onrustig van aard. Ze zoeken voortdurend naar een plek waar het goed toeven is, naar grazige weiden. Maar wanneer ze daar aankomen, lijkt het of ze niet willen rusten aan de waterkant (hooguit als men er op een Pokémon kan wachten). Het is nog niet goed genoeg, want inmiddels is er weer meer gekomen wat het begeren waard lijkt en ondertussen worden we aan alle kanten volgepompt met reclames die ons dat idee aanpraten.

Hier in de kerk, waar we samen ons geloof mogen beleven en belijden mogen we vrij zijn van al onze dagelijkse beslommeringen. We mogen ze neerleggen bij Jezus en zo alles weer in verhouding gaan zien. Dat maakt de kerk als gebouw van samenkomst, waar we de Heer mogen ontmoeten, tot een ware vrijplaats en het is belangrijk dat we dat ook zo houden.

Steeds meer en meer lijkt de wereld in de greep te komen van angst en terrorisme. Alle aanslagen op anderen komen in het nieuws en de afgelopen tijd lijkt het wel alsof iedereen die een ander vermoord en daarbij een religieuze uitspraak doet als terrorist gezien wordt die banden heeft met een terroristische groepering. De media geeft ons dat beeld maar ook wij stimuleren bij elkaar die beeldvorming doordat alle gedachten die we erover hebben zich snel via de sociale media kunnen verspreiden. We kunnen het niet afdoen alsof het alleen maar individuen zijn die door hun psychische of psychiatrische toestand overgaan tot geweld, maar evenmin kunnen we het afdoen als religieus geweld, omdat de religieuze achtergronden en motivaties uiterst dubieus zijn. Het zijn mensen die het doen, mensen die bang zijn voor de vele veranderingen die er in de wereld gaande zijn. Het zijn mensen die streven naar absolute macht. Het zijn mensen die bang zijn voor anderen.

Na de aanslag op de Franse priester Jacques Hamel afgelopen week voelen vele kerken de angst voor het verliezen van de kerk als vrijplaats waar men zich veilig kan voelen en sommige kerken nemen daar maatregelen voor. Gelukkig zijn het milde maatregelen. Gelukkig merk ik in onze parochie een zekere nuchterheid en relativering, zeker na een interessante gedachtewisseling die ik met een paar parochianen had de afgelopen dagen. Misschien hoort dat bij de noordelijke nuchtere mentaliteit, maar het stelt je als pastoor wel gerust. We laten ons niet gek maken door het geweld. We laten ons geloof in God niet afpakken. Dat maakt ons rijk en leert ons over de zin van het bestaan.

Ik moest ook denken aan die zeven trappisten die twintig jaar geleden in Algerije werden vermoord. Misschien kent u de film ‘des hommes et des Dieux’ wel die daarover gemaakt is. In het boek waarin de situatie wordt beschreven, ondersteund met geschriften van de monniken zelf die bewaard zijn gebleven, zie je hun worsteling met het dreigende geweld en hoe ze komen tot hun keuze om toch te blijven, daar waar ze nodig zijn. Het vertrouwen dat de prior beschrijft is bijna onbegrijpelijk in het licht wat er uiteindelijk is gebeurd. Geïnspireerd door Levinas zei hij op de avond voor de ontvoering: ‘Een ontwapend, weerloos aangezicht kan de ander ontwapenen. Treed je de ander ongewapend tegemoet en geloof je dat hij in staat is om zich te laten ontwapenen, dan zal dat gebeuren en is de kans klein dat het tot geweld komt.’ (Dujardin, 2009, p. 66) Ze staan bekend als de laatste woorden die tot ons zijn gekomen.

In het boek schrijft Wouter Meeus: ‘Mensen zijn bang voor anderen, voor de toekomst…, maar onze diepste angst – en de grond van alle andere – is onze angst voor de dood. Als een mens doodt, is het omdat hij niet wil sterven. Hij doodt in de illusie zo de dood te overwinnen.’ (2009, p. 67)

Het is een rijkdom wanneer we de angst voor de dood en voor de toekomst weten te overwinnen. Wanneer we kunnen delen van onze materiele maar ook van onze geestelijke overvloed. Christus heeft ons immers geleerd dat we ons geen zorgen moeten maken over de toekomst. Daarvan is het goed om te blijven getuigen en de angsten bij de ander weg te nemen. De slachtoffers van geweld op te vangen en voor ze te bidden en ja, ik zeg het weer, ook voor de daders, hoe moeilijk we dat ook vinden. Dat zij zich niet door hun angsten laten leiden, dat ze zich niet door streven naar nog meer macht en bezit laten leiden.

We mogen delen van onze rijkdommen, niet alleen in onze kerk, maar juist ook daarbuiten. Want waar we ook zijn, we kunnen er Christus vinden in de mensen die we ontmoeten. Daar vinden we de ware rijkdommen die we mogen verzamelen voor God. Rijkdommen die bouwen aan het rijk van God en die ons losweken van de dwaasheid. Dan kunnen we de wederkomst van Jezus werkelijk verwachten.

Amen.

Pastoor Victor Scheijde

Literatuur:

Dujardin, I. (2009). De droom van Tibhirine (4de ed.). Tielt: Lannoo.

Bewaren

Bewaren