Wijding Sint Martinuskerk Groningen

“Open de deuren van de gerechtigheid, ik wil binnengaan om de Heer te loven,” spreekt de bisschop, terwijl hij met zijn staf op de grote houten deuren van de Sint Martinuskerk in Groningen slaat. En zie: de deuren zwaaien open en Lena en Lucas Scheijde maken ruim baan voor het gezelschap dat zich voor de kerk verzameld heeft. De kerk is sinds Pinksteren 2014 in gebruik en al vele malen zijn wij door diezelfde deuren binnengegaan, maar nu wij, achter de bisschop aan, binnentreden, onder het zingen van “Alles wat adem heeft love de Heer, geeft het een heel nieuw gevoel, als was het de eerste dag.

En wij zien dat het goed is. Want niet alleen de kerk wordt gewijd, maar ook het door kunstenaar Leo Cahn vervaardigde liturgisch meubilair, waarop we al lang gewacht hebben. De beelden op Facebook hebben weinig enthousiasme en op zijn best een afwachtende houding bij ons opgeroepen, maar nu staan ze daar: doopvont, altaar en ambo, een hechte drieëenheid, in volkomen harmonie met de ruimte en met elkaar: het lijkt of ze er altijd gestaan hebben, of ze er gegroeid zijn..

Maar we hebben niet veel tijd voor de nadere beschouwing van deze kunstvoorwerpen, want het gebeuren vraagt onze aandacht: de zegening van de doopvont die, bij de ingang van de kerk staat, waardoor we altijd als we de ruimte ingaan eraan herinnerd worden dat we door de doop tot Christus gekomen zijn. Daarom besprenkelt de bisschop niet alleen de muren van de kerk, maar ook de kerkgangers met het water, dat zojuist in de doopvont gegoten en gezegend is.

Daarna begeven de bisschop en zijn assistenten zich naar de ambo. De bisschop plaatst de paaskaars bij de ambo en wijdt de lezenaar. Het Hallelujagezang moet tot ver in de Witte de Withstraat te horen zijn Hierop volgt de evangelielezing: Johannes 17, 6-26, waarna zo mogelijk nog enthousiaster het halleluja herhaald wordt.

Stilte

Maar dan wordt het stil en dat is maar goed ook, want in zijn preek legt de bisschop de nadruk op het bijzondere betekenis van stilte: de stilte waarin Gods stem gehoord kan worden, zoals Jacob die hoort in de stilte van de slaap. Hij heeft alles kapot gemaakt, maar de droom spreekt van zegen en verbondenheid. Ontwaakt stapelt Jacob stenen op elkaar en overgiet die met olie. Wij zalven het altaar. Het is de tafel waarop aan de Heer onze arbeid, onze moeite, onze vreugde, ons verdriet, ons hele zijn aanbieden. We ontvangen het terug uit de handen van de Heer, als liefdegave, zoals Jezus liefdegave geworden is, maar dat kan alleen in de stilte. In de stilte vinden we elkaars handen. Daarom eren we de stilte in dit huis, dat een kleine oase van stilte mag worden in deze stad, een lege ruimte die gevuld wordt met Gods rijkste dromen.. De stilte van dit huis is geen stomheid, maar een teken van verbondenheid.

Na een muzikaal intermezzo en de geloofsbelijdenis denken we in de voorbeden aan de huizen van deze wereld: huizen die bedreigd en verwoest worden, gebedshuizen waaruit mensen verdreven worden, huizen waar eenzaamheid, verdriet en rouw heersen; we bidden voor herstel en vrede en vragen Gods zegen over dit huis, dat deze dag gewijd wordt.

Dan klinkt het “Kom Schepper, Geest, wees levenskracht.” Er worden drie relieken in het altaar geplaatst: twee van de heilige Bonifatius, één van de heilige Radboud. De toegezegde reliek van de heilige Martinus bleek onvindbaar te zijn, maar volgt hopelijk later nog.

De bisschop besprenkelt het altaar, we zingen de lofzang en de bisschop zalft het altaar met het Heilig Chrisma, Ook de hoog op de vier muren aangebrachte wijdingskruisjes worden gezalfd; de bisschop kan ze net bereiken met behulp van een lange, geschilde, gelakte tak met er bovenop een prop van in de heilige olie gedrenkte watten. Vervolgens bewierookt de bisschop het altaar en de kerkruimte en worden de kaarsen aangestoken.

Het volgende lied vormt de overgang naar de Dienst van de Tafel: de gewone orde, de eeuwige hartslag van de liturgie, herneemt na al deze rituelen haar rechten: Eucharistisch gebed, Onze Vader, Lam Gods, Communie.

Na de dienst vindt er een geanimeerde receptie plaats in de parochiezaal, met de gebruikelijke hapjes en drankjes, die door parochianen aangeleverd zijn. Velen maken van de gelegenheid gebruik om het nieuwe liturgische meubilair van alle kanten te bekijken, waarbij zich steeds nieuwe wonderen openbaren.

Het was een prachtige dienst, waarin, ondanks de ongewoonheid van de rituelen, alles ordelijk en rustig verliep; het aantal plaatsen stemde bijna perfect overeen met het aantal bezoekers: er waren nog twee klapstoeltjes over. Ook de receptie verliep, ondanks de vrees dat de parochiezaal te klein zou zijn, rustig en prettig. Kortom: een zeer geslaagd feest, waarvoor de organisatie een groot compliment verdient.

Voor de geschiedschrijving

Nog een aantal feiten voor toekomstige geschiedschrijvers. Aartsbisschop Joris Vercammen werd in deze dienst geassisteerd door de pastoor van de parochie, Victor Scheijde; pastor Sam van Leer van de Grace Anglican Church, die haar diensten ook in onze kerk houdt; Robin Voorn, priester van het aartsbisdom als ceremonarius; de misdienaars Gabrielle Hooimeijer en Astrid Zomervrucht en de lectoren Ab Mollema en Adrie Paasen. Wietse van der Velde, deken van het metropolitaan kapittel, bood de relieken aan. De muziek werd verzorgd door organiste Albertha Ufkes-van het Hof en cantor Eddy Ufkes, Zij zorgden met orgel en blokfluit voor mooie muzikale intermezzo’s. De fraaie bloemversieringen waren aangebracht door Janneke Mollema-Pentinga en Stenny Vermeulen.

Vermeldenswaardig is verder dat het gezelschap dat de wijding bijwoonde, een sterk oecumenisch en zelfs internationaal karakter had. Namens het bisdom Groningen-Friesland van onze zusterkerk was plebaan Rolf Wagenaar aanwezig. Mevrouw Birgit van Dongen vertegenwoordigde de Groningse Raad van Kerken. Er waren ook vertegenwoordigers van onze buurparochie. Verder zagen wij onder de gasten dominee en mevrouw Boiten van de communiteit Maria ter Claesze uit Waskemeer (Friesland). Namens de PKN was Chris Wessels aanwezig; ook waren er enkele katholiek apostolen naar hun vroegere kerk gekomen. Uit onze Duitse buurparochie Wilhelmshaven was Pfarrer Meik Barwisch,in gezelschap van twee kerkbestuursleden, naar Groningen gekomen.

Het was goed te zien dat ook enkele leden van de statie Friesland met hun komst blijk gaven van hun betrokkenheid bij hun voormalige parochie.De aanwezigheid van de commissaris van de koning van Groningen, René Paas, gaf uitdrukking aan onze regionale betekenis. Architect Roy van Mechelen en kunstenaar Leo Cahn maakten van de gelegenheid gebruik om het resultaat van hun gezamenlijk werk te aanschouwen en de werking ervan in een viering te ervaren.

Bisschoppelijk Bureau,
Amersfoort, 6 september 2016
Tekst: Adrie Paasen
Foto’s: Cees van der Steen

Bewaren

Bewaren

Bewaren