Wij willen Jezus zien!

Preek bij de vijfde zondag van de veertigdagentijd, jaar B, 18 maart 2018

Lezingen: Jeremia 31, 31-34; Hebreeën 5, 1-10; Johannes 12, 20-33

Zusters en broeders,
Na lange tijd gezegd te hebben “mijn uur is nog niet gekomen” is het vandaag dan zover en zegt Jezus dat zijn uur gekomen is. De tijd is daar dat duidelijk zal worden wat zijn aanwezigheid in de wereld teweeg zal brengen. Het lijkt verband te houden met de Grieken die naar Jeruzalem zijn gekomen om Pesach te vieren. Het zijn bekeerlingen tot het jodendom, nog onbesneden. Zij zeggen: “wij willen Jezus zien” en wellicht dat Filippus voor hun, wegens hun Griekse namen, het beste aanspreekpunt is. Het lijkt erop dat Filippus en Andreas samen zorg dragen voor de missionaire kant van het verhaal. Samen leggen zij de vraag voor aan Jezus. Zijn antwoord is op z’n minst opmerkelijk te noemen. Een zeer ernstig en allesbehalve aantrekkelijk verhaal wordt over de leerlingen en andere toehoorders uitgestort. Zij willen Jezus zien? Welke versie willen ze zien en welke willen jullie zien? Jezus het idool, de volksheld, een machtige Messias die grootse wonderen doet? Die duizenden mensen te eten geeft met slechts vijf broden en twee vissen? Wil je hem nog steeds zien, wanneer Hij bespot en bespuwd wordt? Wanneer Hij aan het kruis wordt geslagen als reactie van de mensen op zijn radicaal goede boodschap? Wie de echte Jezus wil zien zal zich los moeten maken van mooie plaatjes zonder echte boodschap.

De weg naar binnen en naar buiten

In de lezingen van vandaag nemen we zowel een weg naar binnen als een weg naar buiten waar. Bij Jeremia gaan we de weg naar binnen. Hij was een priester uit Anatot, dichtbij Jeruzalem. Samen met andere priesters was hij uitgesloten van de priesterlijke dienst door zijn kritische houding tot met name de hogere clerus. Dat maakte hem extra gevoelig voor de misstanden die hij waarnam. Zijn boodschap van hoop komt dan ook in een tijd waarin het lijkt alsof iedereen zich heeft afgekeerd van God. Het verbond dat God ooit heeft gesloten met Israël, moet nieuw leven ingeblazen worden. Hij ziet in dat het weinig zinvol is geweest dat men het als een verplichting is gaan ervaren. Net als mensen die vroeger de dwang van het geloof hebben ervaren onder druk van de kerkelijke leiding en onder druk van de gemeenschap zelf, vaak ook de eigen ouders. Vaak hebben ze zich van het geloof afgekeerd en zijn daarmee op zichzelf geraakt. De weerstand tegen het geloof heeft ervoor gezorgd dat de verbondenheid is verdwenen. Verbittering en scepsis blijven dan over en er kan geen vrucht meer worden gedragen. Er is geen ruimte meer te ervaren dat God zelf de verbondenheid wil en daarin mensen wil verbinden. Juist die verbondenheid is nodig zodat er een wereld ontstaat waarin men omziet naar elkaar. Zich laat raken door de ander. Een samenleving die niet goed is vanuit een opgelegde wet, maar omdat men het van binnenuit wil, zonder de eigen wil te laten prevaleren.

Je zult de waarheid onder ogen moeten komen, zoals Jezus aangeeft wanneer enkele Grieken hem willen zien. Jezus en zijn boodschap is geen verhaal van een mythisch figuur, geen bezienswaardigheid, zoals een wonderdokter. Het is de aanklacht tegen de ongerechtigheid van deze wereld. De gebrokenheid van het bestaan. Dat zul je eerst moeten onderkennen. Een leven dat lijden kent, armoede en verdriet. Waar mensen regeren over anderen, puur uit eigen belang. Door die werkelijkheid te onderkennen kan de weg naar buiten worden geopend, hoewel dat niet gemakkelijk is. Zeker wanneer we geconfronteerd worden met lijden en sterven dat goede mensen treft. Het kan ons boos maken, ons verbitteren: “Ik was op de bozen afgunstig toen ik zag hoe goed het ging met de bozen: voor hen bestaan er geen kwalen, gezond en weldoorvoed is hun lichaam.” (Psalm 73, 3-4)

Geen wonder dat mensen verlangen naar een goddelijke held die geneest, die de moeilijke kanten van het leven doet verdwijnen. Maar wanneer we realistisch zijn dan moeten we erkennen dat het leven lijden in zich draagt dat goeden en kwaden treft. Alleen zijn wij van mening dat wij kunnen oordelen over welk leed wie toebehoort.

Vandaar dat de boodschap van Jezus geen gemakkelijke is. Geen tegeltjeswijsheden voor aan de wand. Het is de weg van het kruis waardoor de verheerlijking des te groter zal zijn. Voor de één klinkt die boodschap als een donderslag, voor de ander als een engelenstem. Alleen wanneer we de boodschap van Jezus als een nieuw verbond met God volledig aannemen en in ons hart sluiten kan de ongerechtigheid die de wereld als een boosaardige vorst in zijn greep houdt worden buitengeworpen.

Een zuiver hart

Daarvoor is het belangrijk dat God de harten van mensen zuivert. Mensen die streven naar een hoger doel in het leven, gedreven door Gods Woord dat niet in steen geschreven is maar in hun harten is gelegd. Geen omzien naar elkaar dat beperkt wordt door een medium als geld en status. Maar vanuit die innerlijke stem die ons zegt dat iedereen even belangrijk is en het waard is om voor te zorgen.

Het is het koninklijke priesterschap waartoe we allen worden geroepen. Een priesterschap dat niet gericht is op status, maar juist van betekenis voor elkaar. “Niet om mijnentwil, maar om uwentwil” zegt Jezus wanneer de stem uit de hemel klinkt. Mensen lijken niet genoeg tekenen te kunnen krijgen voordat ze veranderingen in het leven toelaten. Meerdere keren spreekt het Johannesevangelie over de heerlijkheid van Jezus die aanschouwd wordt, maar het is telkens de vraag in hoeverre men die heerlijkheid aanneemt.

Het wordt in het binnenste gelegd, daar waar de zetel is van gedachten en emoties en in het hart, datgene dat de mens richt. Het is een intiem gebeuren.

“Wij willen Jezus zien” zeggen de Grieken, de zoekers naar de zin van het bestaan, waarin we onszelf mogen herkennen. Maar waar Jezus over spreekt is niet te zien. Zoals de graankorrel die onzichtbaar in de grond als een klein wonder ontkiemt en uitgroeit tot een halm die vrucht draagt. Ze moet sterven om niet op zichzelf te blijven, maar vrucht dragen. Jezus blijft ook niet op zichzelf. Hij is verbonden met het leven en de mensen die daarbij horen. Net als Jezus moeten we bereid zijn ons ook te verbinden met alle aspecten van het leven. Ons laten raken door het verhaal van de ander. In die verbondenheid is God te vinden en kunnen we Jezus zien zoals Hij echt is.

Amen.

Pastoor Victor