Kiezen voor de weg van licht

Preek bij de derde zondag van Pasen, jaar B, 14 april 2018

Lezingen: Handelingen 4, 5-12; 1 Johannes 1, 1-7; Johannes 21, 15-24

Zusters en broeders,
In de Paastijd horen we over hoe de leerlingen van Jezus vorm probeerden te geven aan het geloof. We lezen uit de Handelingen van de Apostelen en worden zo meegenomen in die bijzondere periode. Hoe ze proberen te gaan op de weg van licht. Petrus en Johannes hebben beiden daarbij hun eigen speciale plaats gekregen in de verkondiging van het evangelie. Ze zijn samen broeders in het geloof en toch gaan ze ook hun eigen weg. Samen worden ze een aantal keer genoemd in de Handelingen van de Apostelen, juist daar waar getuigenis gegeven wordt van het geloof. Opvallend daarbij is dat Petrus degene is van woorden en daden en dat we Johannes niet horen. Is hij de beschouwende van de twee en Petrus de impulsieve?
Ze intrigeren mij elke keer weer. Ze laten ons twee kanten zien van hoe we met het geloof om kunnen gaan. Verkondigend naar de mensen met grote, soms choquerende woorden zoals Petrus kan doen, maar ook rustig, de kat uit de boom kijkend zoals Johannes. Het is best wel interessant om zelf eens te kijken wie jou meer past als persoon.

Opening naar de toekomst

Petrus neemt de leiding van de groep op zich door te doen, maar het is Johannes die alles beschouwt en zo Petrus inzicht geeft, zoals wanneer ze aan het vissen zijn en Jezus van de kant roept dat ze de netten aan de andere kant moeten uitwerpen. Het is Johannes die Petrus en de anderen erop attendeert dat het Jezus is, waarop Petrus impulsief uit de boot springt om naar hem toe te gaan.
Zo belanden we dan in het gesprek dat Jezus met Petrus heeft over de vriendschap van Petrus naar Jezus. Petrus lijkt daarbij niet tegengehouden te worden door schuldgevoel dat hij eerder Jezus driemaal verloochende. Jezus geeft hem driemaal de kans juist zijn vriendschap met of liefde voor Jezus – zelfs meer dan de anderen – te bevestigen en zo de toekomst te openen. Waar Petrus bij zijn verloocheningen overvallen werd door angst en daardoor geen weloverwogen keuze kon maken, kan hij nu bewust kiezen voor de vriendschap met Jezus.

Maar hebben ze het over dezelfde vriendschap of liefde? In de grondtekst valt het op dat Jezus en Petrus verschillende woorden gebruiken voor die vriendschap of liefde. Jezus gebruikt een meer verheven vorm dan Petrus
Bij de derde keer echter lijkt Jezus af te dalen naar het niveau van Petrus door dezelfde woordkeuze te gebruiken als Petrus die meer op het aardse niveau lijkt te spreken. Het past misschien in het beeld van Petrus als een eenvoudige visser die niet alles meteen doorheeft. Aan de andere kant zijn veel theologen het erover eens dat het verschil in betekenis van die woorden er niet is en helemaal niet ervaren werd door de auteur, gezien het gewoon synoniemen zijn. Als er echt een verschil zou zijn, dan zou Petrus immers niet zomaar een ander woord gebruiken in zijn antwoord en zou de auteur niet zomaar schrijven dat Jezus drie keer dezelfde vraag aan Petrus zou hebben gesteld.

Vriendschap met een persoonlijke opdracht

Wel kunnen we mijmeren over die vriendschap. Er is ruimte om het op een eigen manier in te vullen. Petrus krijgt echter wel een opdracht van Jezus die hoort bij hun speciale vriendschap. Hij moet zorgdragen voor de kudde van Jezus. Vriendschap, of gemeenschap hebben met Jezus is niet zonder gevolgen, maar wel passend bij jouzelf als persoon op basis van jouw relatie met Hem.

Zo kan onze vriendschap met Jezus verschillende vormen aannemen zoals in gebed of meditatie en studie, maar ook door juist hele praktische zaken zoals hulp bieden aan anderen door je actief in te zetten voor armen bijvoorbeeld.

Het maakt niet zoveel uit hoe, maar Jezus is er graag bij. Hij vraagt je om vanuit die vriendschap te getuigen van Hem in wat je doet. Om zo op de weg van het licht te blijven. Iets wat niet altijd gemakkelijk is. Petrus en Johannes zullen dat wel ervaren hebben toen ze voor de leiders van het volk moesten verschijnen. Ze wilden hun het zwijgen opleggen, ze Jezus laten afzweren. Maar Petrus kan niet anders meer dan getuigen van de Naam van Jezus. Hij laat zich niet meer van de weg van het licht afbrengen. Hij heeft Jezus lief als vriend en wil en kan hem niet meer verloochenen.

Ons antwoord?

Heb jij mij lief is ook de vraag aan ons. Wat is ons antwoord daarop en wat betekent ons antwoord? Het is een antwoord dat niet zonder gevolgen is. Wanneer Petrus volmondig ‘ja’ zegt tegen de Heer wordt hem een verwijzing gedaan naar de manier waarop hij zal sterven. Volgens de traditie met de handen uitgestrekt en vastgebonden aan een kruis, ondersteboven, op eigen verzoek omdat hij zich niet waardig achtte op gelijke wijze als Jezus te worden gekruisigd.

Als we dan ‘ja’ zeggen tegen de vriendschap met Jezus, hoe getuigen wij daar dan van? Het lijkt niet zo eenvoudig in een wereld die geregeerd wordt door de grote media, waarin duistere en lichte wegen tegen elkaar worden uitgespeeld en ook door elkaar worden gehaald. Wat ervaren we als duistere wegen en wat als lichte wegen? Wie bepaalt dat voor ons? We worden immers overspoeld door nepnieuws en we vormen onze mening op basis van informatie die zo divers is dat we nog maar moeilijk waarheid van leugen kunnen onderscheiden. We zien duistere wegen in andere landen en zien vervolgens hoe onze bondgenoten reageren met bombardementen. In hoeverre getuigt dat van het licht?

Natuurlijk willen we niet dat onze broeders en zusters wereldwijd worden afgeslacht en we worden er vaak op gewezen dat het naïef is om ons op basis van ons geloof pacifistisch op te stellen. Maar houdt Jezus ons niet een veel mooier ideaal voor met zijn boodschap dan we in de wereld zien gebeuren? Hebben we niet liever een wereld die geweld afwijst? Moeten we dat ideaal echt laten varen omdat de wereld nu eenmaal niet anders is? Als we werkelijk vriendschap met Jezus willen, dan zullen we dus echt moeten kijken naar ons eigen handelen. Daarbij ons niet laten beperken door regels en wetmatigheden die door mensen zijn bedacht, maar leren kijken en handelen vanuit het goddelijke perspectief.

Petrus en Johannes bieden ons daarbij een prachtig beeld van hoe we elkaar daarin kunnen aanvullen. Daarbij biedt de opdracht van Jezus aan Petrus om zijn kudde te weiden en te hoeden ons een perspectief waarbij mensen samen kunnen genieten van het goede dat het geloof te bieden heeft. Daarbij zal een herder niet bij elk schaap voorschrijven van welke grassprietjes hij of zij moet eten, maar wel op zoek gaan naar die plekken waar het goede voedsel te vinden is, ook al groeit er niet alleen maar goed gras in die weide. De herder mag erop vertrouwen dat op de geschikte plek de schapen zelf het goede gras weten te vinden.

Iedereen heeft zo haar of zijn eigen plek in de gemeenschap. Daarbij mogen we vanuit die plek getuigen van onze vriendschap met Jezus om zo anderen ook te inspireren deel te hebben aan die prachtige wereld die God voor ons heeft gewild. Laten we ons dan ook in onze gebeden richten op het geweld in de wereld. Dat er vreedzame oplossingen kunnen komen wanneer we het echt menen wanneer we zeggen bij Jezus horen en zo anderen inspireren daaraan mee te doen.

Amen.

Pastoor Victor