Hoe beleef je de Eucharistie?

Preek op Sacramentsdag – Feest van het heilig Bloed en Lichaam van Christus

Lezingen: Exodus 24, 3-11; Hebreeën 9, 11-15; Marcus 14, 12-26

Zusters en broeders,

Afgelopen week viel het mij op dat veel voorgangers Sacramentsdag aangrijpen om in te gaan op de zeven sacramenten. Toch gaat dit feest niet over alle sacramenten tegelijk, maar specifiek over het Allerheiligst Sacrament, de Eucharistie. Daardoor vroeg ik mijzelf af hoe we met z’n allen eucharistie beleven. Je hebt enerzijds de kerkelijke, theologische opvattingen en anderzijds de persoonlijke beleving en die liggen vaak ver uit elkaar. Waar voor de één eucharistie gaat over het samen ontvangen van het kostelijk Lichaam en Bloed van onze Heer Jezus Christus, is het voor de ander meer een verkapte agapé maaltijd geworden, waarin het delen van brood en wijn centraal staan. Ja ook in de beleving van de eucharistie lijkt de individualisatie te zijn doorgedrongen. De visie dat het Lichaam en Bloed van Jezus werkelijk tegenwoordig zijn onder gedaanten van brood en wijn, zoals we dat in de kerk leren, lijkt niet zo sterk beleefd te worden. Maar toch is dat iets wat zo belangrijk is, dat het tot de leer van de kerk behoort en ontstaan uit de ervaringen en de uitleg daarvan door de eerste christenen waarvan sommigen er ook bij zijn geweest toen Jezus dit deed.

In die lijn zijn de lezingen van vandaag bij elkaar gevonden en houden verband met elkaar door verbond, bloed en de gemeenschappelijke maaltijd voor het oog van God.

Ineens bevinden we ons na Pinksteren weer als het ware op de Witte Donderdag vlak voor Pasen. Het feest dat we vandaag vieren wordt ook eigenlijk op donderdag gevierd, zoals in veel katholieke landen nog steeds zo is. De lezingen laten ons een bijzonder verband met Mozes zien. Het verbond van Mozes krijgt een nieuwe invulling door het martelaarsbloed van Jezus als zaad van een nieuw verbond, met een nieuwe gemeenschap die gekozen is om opnieuw dienstbaar te zijn aan de levende God. Een gemeenschap die verder kan leven, zelfs na de verwoesting van de tempel in Jeruzalem. Een altaar als zichtbaar teken van Christus in het midden van de gemeenschap en twee of meer mensen die samenkomen in de Naam van Jezus om maaltijd te vieren zijn genoeg voor een levende kerk.

Jezus laat een ander joods geluid horen wanneer Hij op de avond voor zijn lijden en sterven zijn lichaam en bloed vereenzelvigt met het brood en de wijn, midden in die kring van twaalf volgelingen, verwijzend naar de twaalf stammen van Israël. Jezus als nieuwe Mozes die een nieuw volk van God verzamelt om de tafel, het altaar van de levende God. Een nieuw verbond, zichtbaar door het bloed van het verbond dat voor velen wordt vergoten. Velen, want niet iedereen blijkt namelijk in staat om dit tot zich te nemen, deel te laten worden van het eigen leven.

Jezus gaf hierbij de opdracht: ‘Doe dit tot mijn gedachtenis’. Dat is iets anders dan enkel herhalen van het ritueel, zoals we elke keer weer op zondag doen. Het daarbij laten neigt naar puur ritualisme. Het is een sacrament, dat is een genadegave die door Christus tot ons is gekomen. Een gave van God dat ons tot zijn volk maakt en dat ons mag sterken in het leven van alledag. Eucharistie vieren is geen vrijblijvende gebeurtenis: ze houdt een zending in: breek en deel jezelf in het leven van alledag, zoals hij ons heeft voorgedaan: weldoende rondgaan, vanuit een houding van overgave, van toebehoren.

Het is dus niet zomaar een willekeurige maaltijd waar samen breken en delen centraal staat. Dat zou je beter kunnen doen met smakelijke broden, salades en lekkere dranken. Het brood dat we gebruiken en de wijn die we schenken wijken bewust af van het brood en de wijn die we drinken bij een gezellig samenzijn. Ze zijn onderscheiden van het gewone samenzijn. Jezus gaf zelf ons bewust dit teken zodat we hem in tastbare vorm bij ons konden hebben en – nog belangrijker – tot ons konden nemen.

Wanneer je eerst één wordt met Christus, hem tot je laat komen, dan ontvang je daaruit de kracht om te handelen naar zijn voorbeeld.

Dat is dus sacrament en dat is genade. Dat betekent dat wij als ontvangers die genade krijgen zoals Jezus zichzelf aan ons geeft. Dat hangt dus niet af van onze eigen ideeën, want ze wordt ons niet gegeven op ons eigen gezag als mensen, maar op gezag van Jezus die doet wat Hij de Vader ziet doen. Hij maakt het zichtbaar en tastbaar door de Eucharistie waarbij je als mens wordt betrokken om het zo ook door te geven aan anderen. Want zolang er mensen zijn op aarde, die de woorden spreken en er voor elkaar zijn, zal God niet ontbreken. God die zijn Zoon aan ons heeft gegeven, zijn lichaam als levend brood, zijn bloed als nieuw verbond dat door onze aderen mag stromen.

Afgelopen week zijn we met een flinke groep jonge mensen begonnen aan een serie bijeenkomsten rondom het geloof. Centraal kwam naar voren hoe we ons geloof zelf beleven in relatie tot de kerk waarin we komen. Het is daarbij goed om te kijken naar hoe onze houding is in de zondagse vieringen. Hoe en waarom kom je hier? Wat drijft je? Wat hoop je te vinden? Het waren vragen die we samen ook bespraken waar heel verschillende antwoorden uit kwamen. Ondertussen was er iets onuitsprekelijks dat we ervoeren in verbondenheid. Noem het maar mysterie. Je ervaart het maar het is niet met woorden te beschrijven.

Wat betekent het dan om vanuit die eucharistie jezelf te breken en te delen voor de mensen om je heen? Hoe kun je samen met hen die zichzelf als gelovigen zien bouwen aan een nieuwe wereld naar Gods beeld?

Wanneer we Jezus tot ons nemen in de eucharistie geven we hem de ruimte onze roeping nieuw leven in te blazen. Onze harten mogen opengaan en misschien gaan we daardoor straks anders naar buiten dan dat we zijn binnengekomen.

Amen

Pastoor Victor Scheijde