Eerste verjaardag van Kerkwijding

Dromen werkelijkheid laten worden

<!– used as thumbnail: –>Preek bij het hoogfeest van de verjaardag van Kerkwijding, 3 september 2017

Genesis 28, 10-18; Openbaring 21, 2-5; Lucas 19, 1-10

Zusters en broeders,

Het is dit jaar veertig jaar geleden dat deze parochie hier in Groningen werd opgericht. Een feest dat we op ons patroonsfeest op 11 november graag zouden willen vieren met elkaar.

Dat het initiatief werd genomen was omdat mensen het goed met elkaar wilden hebben. Enkele oud-katholieken namen daartoe het initiatief om zo samen vorm te geven aan het parochieleven naar oud-katholieke traditie.

Daarna begon een zoektocht naar een plek waar het goed toeven was, een tocht door de woestijn van kerkgebouw naar kerkgebouw telkens hopend dat de juiste plek was gevonden om gemeenschap te zijn en om samen te vieren. Op zoek naar de plek dat het huis van God is.

Een jaar geleden hebben we deze plek ingewijd. We hebben er een steen opgericht en deze gezalfd met olie. We hebben tegen elkaar gezegd dat dit de plek is waar we God kunnen ontmoeten, hoewel dat niet voor iedereen hetzelfde voelt.

Jakobs ervaring was ook een individuele ervaring, zoals iedereen dat zelf op een eigen manier zal ervaren. Voor de een zal het zijn, voor de ander zal het tijd nodig hebben. Ook voor mij ging dat hier niet vanzelf, maar het moment dat we de altaarsteen oprichtten, vorig jaar, een week vóór de wijding, trof het mij, als in die droom van Jakob. Dit is de plaats waar God ons wil ontmoeten. Hier gaan Gods engelen op en af.

Zo mag ik hier graag elke dag even zitten, zoals er ook dagelijks mensen even in de dagkapel tijd nemen om te bidden. Deze plek is niet alleen voor ons als parochie het huis van God, maar iedereen die deze kerk binnentreedt mag dat ervaren.

Tussen hemel en aarde

Het is voor oud-katholieken heel lang niet vanzelfsprekend geweest om naar buiten te treden. Lang zijn de gelovigen in hun schuilkerken gebleven, met een zekere afstand tot de buitenwereld. Zo’n veertig jaar geleden kwam daar verandering in. De jaren zeventig van de vorige eeuw brachten nieuwe mogelijkheden mee. De verzuiling was voorbij en men werd vrijer in geloof. Ook was er een nieuwe ervaring van samen kerk zijn een nieuwe impuls om gemeenschappen te vormen en in dat kader was zo’n nieuw initiatief als in Groningen ook mogelijk. Toch was dat ook niet eenvoudig.

Vandaag lazen we in het evangelie over Zachéüs. Iemand die ook niet zomaar mengde in de maatschappij en daarbij ook nog eens klein van stuk. Tot dat betreft lijkt de Oud-Katholieke kerk wel wat op Zachéüs, klein van stuk en onze naam schrikt nog weleens mensen af.

Zachéüs is dus op de hoogte van Jezus en iets is er in hem dat hem doet verlangen naar de Heer. Wat dat is wordt niet beschreven, maar hij moet en zal de Heer zien, ook al weerhoudt de menigte hem ervan.

Velen zullen dat toch ook wel ervaren. We worden geraakt door de boodschap van Jezus, maar we voelen dat iets ons tegenhoudt om naar hem toe te gaan. Misschien de angst voor wat de mensen om ons heen ervan zullen vinden, of het gevoel dat we de gevolgen niet kunnen overzien, immers, wanneer je Jezus volgt kan het betekenen dat je hele leven anders wordt dan wat je nu kent.

Zo zoekt Zachéüs dus ook naar de Heer en besluit om op een veilige afstand toe te kijken. Hij klimt in een vijgenboom, zo’n boom waarvan zelfs de onrijpe vruchten eetbaar zijn, maar moeilijk te vinden omdat ze goed verscholen zitten tussen de bladeren. Zachéüs is nog geen volgroeide gelovige, maar toch is hij het waard om te worden gebruikt in Gods plan. Jezus spreekt hem dus aan: “Wat zit je daar tussen hemel en aarde? Kom maar, Ik laat je niet vallen[1].” Hij laat zien dat Hij om Zachéüs geeft en dat ook hij erbij hoort. Ook hij is een zoon van Abraham. Hij wil zijn intrek nemen in zijn woning. Hier wordt meer mee bedoeld, dan dat Jezus bij hem de maaltijd wil gebruiken. De woning verwijst ook naar Zachéüs zelf. Hij mag zichzelf openstellen zodat de Heer zijn intrek kan nemen en dat maakt dat de heilige Geest in hem werkzaam wordt, waardoor hij zijn schroom verliest en laat zien dat hij goed doet.

Geen bekering

Het gaat hier niet om een bekeringsverhaal. Het gaat om de ontdekking. Zoals Jakob ontdekte dat God aanwezig was op de plek waar hij was gaan slapen en hoe Johannes inziet wat Gods woning onder de mensen bewerkstelligt. Het ligt niet voor de hand dat we meteen door hebben dat God werkzaam is op een bepaalde plek of in mensen waarvan we het niet verwachten.

Maar is dat ook niet wat het geloof van ons vraagt? Dat we buiten de normale kaders durven kijken? Dat we de dingen in het leven en de mensen om ons heen niet op voorhand afschrijven?

Maar het is ook zo dat wanneer we de stap tot het geloof hebben gezet het nog niet vanzelfsprekend is dat alles zomaar goed gaat of dat we alle inzicht hebben. Het is soms uitermate frustrerend wanneer we als gelovigen ons staande proberen te houden. De balans vinden tussen samen zijn en de eigen weg volgen. Het is ook niet gemakkelijk om een parochie met de beperkte middelen die we hebben te laten bestaan. Het kan ons angst inboezemen of we het in de toekomst zullen gaan redden.

Uit de boom komen

Toch moeten we ons er niet door laten beperken. We mogen hopen, vertrouwen. In dat vertrouwen hebben we het aangedurfd om deze kerk te verbouwen, ondanks dat het financieel totaal niet realistisch lijkt. Toch hebben we dat samen voor elkaar gekregen en zijn we de uitdaging aangegaan en ook weer verder gegaan, zodat we ook een nieuw orgel hebben kunnen aanschaffen. Het gaat ook om durven dromen en ik nodig u ook uit om dat te doen, droom eens met mij mee. Droom eens van wat u zou willen dat er gedaan zou worden hier op deze plek en in uw eigen leven. Laten we die dromen dan met elkaar delen en wie weet inspireren we zo elkaar. Maar laten we ook beseffen dat het niet bij dromen moet blijven. Op een gegeven moment zul je wakker worden en de steen overeind moeten zetten, of uit die boom moeten komen. Actie ondernemen om zo dingen voor elkaar te krijgen. Misschien lukt het niet meteen, maar soms zul je een lange adem nodig hebben. Maar één ding is wel zeker, wanneer je geen actie onderneemt op je dromen, gebeurt er niks.

Amen.

Pastoor Victor Scheijde


[1] Zie Sermo 113 van St. Augustinus

Bewaren