Kerstnacht 2017: Een hemel die opengaat

Preek Kerstnachtmis 2017

Jesaja 9, 1-6; Titus 2, 11-14; Lucas 2, 1-20

Zusters en broeders,

Vannacht vieren we de menswording van God in het kind Jezus. We kunnen ons afvragen in hoeverre zijn wij nog de mensen zoals God ze ooit heeft bedoeld, zoals we kunnen lezen in dat prachtige lied over de schepping in het eerste boek van de Bijbel? Als mens zouden we in evenwicht moeten leven met Gods Schepping en de mensen om ons heen. Zo zouden we verbonden zijn met God, maar vanaf de geschiedenis van de mens zien we hoe de mens telkens weer verwijderd wordt van God. Een hemel die opengaat en ons weer met God weet te verbinden zou toch zeer welkom zijn.

Waar laten we ons door leiden?

Telkens wanneer dat gebeurt, zien we dat er profeten opstaan om ons met de neus op de feiten te drukken. Te laten zien wat er mis is in het leven van mensen. Maar ze waarschuwen niet alleen voor het afdwalen, ze vervullen ook de harten weer met hoop, een verlangen naar dat wat goed is.

Zo laat in de dagen van Jesaja de Bevrijder van zich horen. Er zal een einde komen aan de duisternis waarin het volk Israël zich bevindt. Zoals de overheersing van Zebulon en Naftali. Men is de weg kwijtgeraakt door alle invloeden van buiten en in plaats van een sterk volk te zijn is het maar een zwak en gemakkelijk beïnvloedbaar volk geworden, gevoelig voor alles wat hun wordt wijsgemaakt. Ze zijn verward en tasten in het duister. Ze zijn het verleerd te vertrouwen in God. In plaats daarvan wenden ze zich eerder tot de geesten van doden en waarzeggerij. Het is nodig dat het kind in hun wordt geboren dat onbevangen de kracht van God weer kan ervaren, zodat ze de dode schijnwereld niet meer nodig hebben om betekenis te geven aan hun leven. Zo wordt het voortbestaan van hun volk niet langer meer bedreigd. De Chaos, verdrukking en dood hebben niet meer het laatste woord. De hoop komt tot ons in een kind dat wordt geboren.

Wanneer we dan aanbelanden bij het geboorteverhaal volgens Lucas merken we dat er nog maar weinig terecht is gekomen van die hoop die Jesaja verkondigde. Niet God, maar juist brute overheersers lijken het eerst voor het zeggen te hebben. De keizer beveelt dat iedereen zich moet inschrijven en iedereen lijkt dat braaf te doen.

Het zijn inschrijvingen onder het mom van de ‘Pax Romana’ die de welvaart voor de rijke minderheid van de bevolking moet behouden en zorgen dat iedereen vindbaar is voor de belastingen en andere manieren om mensen geld uit de zakken te kloppen.

Het doet mij ook wel denken aan de hoeveelheid aan inschrijvingen en abonnementen die we tegenwoordig vaak hebben. Ik heb eens geteld hoeveel wij er als gezin hebben. Het zijn er al meer dan 110, die ik dan in een lijst heb bijgehouden. Allemaal inschrijvingen waardoor ook macht over mij als consument wordt uitgeoefend.

Het is een macht die mij dwingt vooral te kopen of die mij wijs maakt dat ik nog meer abonnementen moet afsluiten of waardoor je niet bij overheidsdiensten kunt komen. Daarbij houden ze door die inschrijvingen precies je interesses bij en ga zo maar door. Maar o wee als je niet meedoet. Een heleboel deuren gaan dicht.

Herders in de woestijn van Tekoa

Maar dan zijn er ook herders in dit verhaal. Ze lijken ver van de wereld te staan. Doen ze niet mee aan die gekte? Laten ze zich niet onderdrukken door de keizer? Het zijn zeker niet de lieve schattige herdertjes zoals we ze misschien romantisch voorstellen door liedjes en kerstspelen. Het waren ruwe bolsters die niet bang waren op de vuist te gaan met dieven, roofdieren en de elementen om hun kudde te beschermen.

Ze verbleven in de buurt van Bethlehem in de woestijn bij Tekoa, wat volgens de Mishna de aangewezen plek was om kleinvee te hoeden. Het was het gebied waar de profeet Amos, de schaapsfokker, ook vandaan kwam. Zo mogen de herders verwijzen naar de oude verhalen. Het verhaal bijvoorbeeld waarin een vrouw uit Tekoa bemiddelt om zo David en Absalom te verbinden. Een vrouw verbindt hierin de vader en de zoon. [1]

Het is de plek ook waar de opmerkelijke geschiedenis vandaan komt van de Kehatieten en Korachieten die God loven, bijna als engelen, vlak voordat ze de woestijn intrekken. De inwoners van Juda en Jeruzalem worden daarbij ook opgeroepen om God te loven.[2] Zo krijgen de herder een profetische betekenis waarbij zij God loven en anderen aansporen in die blijdschap te delen.

Maar de herders verbinden ons ook met een andere betekenis. De kudde waarvoor zij zorgden bestond uit offerdieren voor de tempel. Pelgrims die naar Jeruzalem gingen om een offer te brengen konden op hun lange reis niet altijd zelf een offerdier meenemen. Die konden ze dan bij de herders kopen. Daarmee hadden de herders een belangrijke rol rondom de tempeldiensten. Zij zorgden voor de offerdieren. Wat zullen ze daarbij aan verhalen hebben meegekregen? Wanneer een pelgrim zich meldde om een offerdier te kopen, dan wisten ze natuurlijk meteen dat deze een schuldbelijdenis deed. Het dier dat ze meegaven werd beladen met de schuldlast om die te dragen voor een ander.

En zo vonden ze dan in Jezus het Lam van God, dat de zonden der mensen wegneemt. Het ultieme offerlam dat niet alleen de last van hun klanten droeg, maar ook hun last op zich kon nemen.

Maar moest Jezus dan geboren worden om gekruisigd te worden? Om geofferd te worden als een lam in de tempel?

Het is wel de nadruk die erop lijkt te liggen in onze westerse wereld. Denk maar aan de preken van sommigen die beginnen bij het geboorteverhaal van Jezus en eindigen op Golgotha. Het wijzende vingertje dat jou haarfijn vertelt dat Jezus voor jouw zonden (het liefste natuurlijk in meervoud!) is gestorven. Het lijkt mij een beeld dat toch wat problematisch is. Het is moeilijk te bevatten voor mensen van nu. Het lijkt vooral onze slechtheid te benadrukken en daardoor leidt het al snel tot een minderwaardigheidscomplex. Hoe kun je voldoen aan een zoveel eisende God. Het werkt ontmoedigend.

Het wordt ook wel versterkt doordat we in de kerk Pasen als een veel groter feest vieren dan Kerstmis. Maar is dat terecht? Begint de verlossing door Jezus dan echt pas bij zijn dood aan het kruis?

Zo heb ik dat zelf nooit begrepen. Voor mij waren het vooral de beelden van een openbrekende hemel die belangrijk waren. De engel die zei: ‘Ik verkondig u een vreugdevolle boodschap’ en ‘Heden is u een Redder geboren’. Ik gebruik bewust de bijbelvertaling (WV 1978) die in mijn jeugd gangbaar was in onze kerk – toen in 1978 zeg maar een ‘Nieuwe Bijbelvertaling’. Het liet zien dat het begonnen was. Dat zodra het Kind is geboren de redding kan beginnen. Zelf heb ik dat altijd als het accent ervaren in de katholieke kerk.

Door de geboorte van Jezus werd de onoverbrugbare afstand tussen Schepper en schepsel (de mens) overbrugd. De oude kerkvaders leerden al dat we in Jezus de mogelijkheid hebben gekregen God niet alleen te ontmoeten, maar opnieuw beeld en gelijkenis te worden van God. In Jezus wordt Gods plan zichtbaar en bereikbaar voor iedereen.

God werd mens om zo de mensheid te herstellen, zodat we in Christus Jezus herwinnen wat we in Adam verloren waren, namelijk het menselijk bestaan als Gods beeld en gelijkenis.

Dat mogen we dus ervaren deze nacht. De hemel breekt open om zo God, die zo oneindig ver lijkt te zijn, mens te laten worden om zo dichtbij ons te zijn. Zo mag de duisternis van ons zoeken worden doorbroken doordat we door Gods beweging naar ons toe weer bij onze werkelijke bestemming kunnen komen.

Een kind in een kribbe, dat zijn armen uitstrekt naar ons, in het vertrouwen dat we niet langer meer toeschouwer blijven maar hem binnenlaten in onszelf om mens te worden in ons en om ons zo weer werkelijk mens te laten worden.

Amen.


[1] 2 Samuël 14, 2 v.v.

[2] 2 Kronieken 20:19-22