Preek op het hoogfeest van de Hemelvaart van de Heer 10 mei 2018
Zusters en broeders,
Toen ik begin van de week met Grietko samen de steiger hier voor de kerk op ging bouwen, moest ik denken aan de hemelvaart van Jezus. Regelmatig moesten we naar boven kijken om te zien of het goed ging en hoe hoger we kwamen, hoe spannender het ook werd voor ons. Grietko en ik stonden regelmatig onderaan de steiger, of halverwege in de steiger met elkaar te overleggen hoe we een en ander het beste konden aanpakken. Een vrouw sloeg ons met veel plezier gade. Onze discussies waren blijkbaar zeer amusant en wellicht ook wel een soort wartaal in de oren van die vrouw. Technische termen afgewisseld met bouwvakkershumor en vreemde associaties die leidde tot gesprekken over ons verleden of andere onderwerpen. Een en ander zal wel gekomen zijn door de spanning van de klus, het intensieve ervan en de behoefte om van elkaar te leren. We waren er in ieder geval helemaal vol van, toch moesten we ook een heleboel van onze ideeën en angsten loslaten om zo verder omhoog te kunnen.
Ik kan mij voorstellen dat de discipelen ook helemaal vol waren van wat ze allemaal hadden meegemaakt met Jezus. Zeker zo na de opstanding van Jezus wanneer ze 40 dagen lang ogenschijnlijk op onbestaanbare wijze met Jezus optrokken. Ze zullen uitgebreid verhalen en herinneringen aan Jezus met elkaar hebben gedeeld. Mensen hebben verteld van hun belevenissen en vol enthousiasme de vernieuwing in het geloof hebben verkondigd.
Zoektocht
Veertig dagen is een volmaakte periode. Het doet denken aan de veertig jaren van het volk Israël in de woestijn of aan de veertig dagen van het vasten van Jezus. Het is als een mensenleven, een lange zoektocht door het leven waarbij je uiteindelijk tot een zeker inzicht kunt komen. De zoektocht leidt hen tot buiten de stad. Jezus leidt hen naar buiten. Ze worden losgemaakt van de omgeving waarin ze dan leven en schuilhouden en waarin ze vast dreigen te lopen door de spanningen die er zijn. Ze zijn nog te afhankelijk van de persoon Jezus en voortdurend moeten ze echt met hem zijn om richting te kunnen geven aan hun geloof. Jezus leert ze het vertrouwde los te laten en verzekert ze dat ze het echt zelf kunnen zonder dat Hij hun als het ware bij de hand moet nemen. Hij heeft ze alles geleerd wat ze nodig hebben. Zij hebben geen lessen meer nodig, maar ze moeten de Geest krijgen, zoals Jezus die heeft. Ze zitten echter met te veel vragen om dat te beseffen. Het is verleidelijk om alles precies voorgelegd te krijgen. Om te weten wat er in de toekomst gaat gebeuren en precies wanneer. Maar het is niet nodig om te weten hoe en wanneer alles vervuld is, wanneer het koninkrijk van God er eindelijk eens is. Ze hebben al dat niet nodig om in het hier en nu op een goede manier te leven zoals Jezus heeft voorgeleefd.
Het lijkt wel een soort van oerverlangen van de mens om alles precies van tevoren te weten. Maar zou het de mensen helpen of juist tegenhouden in het hier en nu te leven?
Voor ons is dat niet anders. Ook wij willen vaak alles precies van tevoren weten zodat we het gevoel hebben dat de uitkomst precies is zoals wij willen. Toch is het doorgaans een schijn dat we het precies in de hand hebben en moeten we er vooral op vertrouwen dat dingen goed gaan.
Lesje in loslaten
Zo moest ik deze week voor de renovatie van de pastorie tekeningen produceren om materialen en kozijnen te kunnen bestellen. Nu heb ik dat lang professioneel gedaan als bouwkundige, maar sinds ik acht jaar geleden in het pastoraat terecht kwam heb ik dat niet meer gedaan. Ik heb misschien wel tien keer de goten en ramen opnieuw ingemeten. Je meet totaalmaten, je meet tussenliggende maten en vanuit de bouwkundige kennis weet je hoe het dan in elkaar moet zitten. Het echte werk toont dan toch maatafwijkingen die zit in de materialen die er gebruikt zijn doordat het natuurproducten zijn of doordat het in die honderd jaar dat het gebouw staat door de elementen van de natuur uitgesleten is. Dat kun je niet zomaar in een tekeningetje opvangen. Je moet leren vertrouwen op de kennis die je hebt en dat die kennis als het ware in je ademt waardoor je op een goede manier om kunt gaan met de werkelijkheid waarmee je te doen hebt. Ik merkte dat het gezegde ‘iets in de vingers hebben’ waar is, zoals ik het tekenprogramma wat ik altijd heb gebruikt nog in mijn vingers zat en de commando’s als vanzelf door die vingers werden getypt.
Zo kun je het geloof ook volledig in je dragen en dat toegankelijk maken voor meer mensen wanneer je kunt loslaten. Niet gemakkelijk wanneer je je veilig voelt bij strikte regels van verschillende kerken die als het ware een soort handboek vormen dat, wanneer je dat precies volgt, de schijn wekt dat het gegarandeerd zal leiden tot succes. Het klinkt mooi en vertrouwt totdat je merkt dat het echte leven en de echte mensen met hun eigen ‘maatafwijkingen’ geen plaats hebben in die handleiding. Het echte leven is anders dan strikte regels en mensen maken andere levenskeuzes. Strikte toepassing van de regels leiden tot verwarring. Geloof op die manier is niet bestand tegen de werkelijkheid want het kan leiden tot een afwijzen van die werkelijkheid of tot het afwijzen van kerk of geloof. Je moet Geest hebben in het geloof. God moet in je kunnen ademen, dan is je geloof beter bestand tegen de werkelijkheid. Je komt voorbij het louter oordelen op basis van de geloofsregels. Je kunt inzien wat de achtergrond van een regel is en inzien dat mensen er niet voor de regels zijn, maar dat de regels er zijn om ten dienste van de mens te staan.
Het is als het opbouwen van een steiger of het inschatten van de opbouw van een oud gebouw. Volgens de regels kan het maar op één bepaalde manier, maar wanneer je de werkelijkheid ziet, dan blijkt het anders uit te pakken.
De hemelvaart van Jezus laat ons al zien dat wetmatigheden niet gelden. Jezus doorbreekt alle natuurwetten die er zijn, niet alleen bij zijn hemelvaart, maar in zijn hele leven. Alleen zo kan Hij er echt voor mensen zijn, los van alle regeltjes als een vogel zo vrij. Misschien is zijn hemelvaart voor ons dus een les in de kunst van het loslaten en vertrouwen op de Geest die in ons leeft, werkt en ademt in het licht van het koninkrijk van God.
Amen.
Pastoor Victor Scheijde
Lezingen: Handelingen 1, 1-11; Efeziërs 1, 15-23; Lucas 24, 49-53