Zondag na Pinksteren 21

Engelbert 26 september 2010

De laatste preek van Annemieke Duurkoop als pastoor van de OK parochie van de H.Martinus

Zondag na Pinksteren 21

 

Amos 6, 1-71
Timoteüs 6, 11b-19
Lucas 16, 19-31

 

Wat een simpel verhaal krijgen wij vandaag te horen. Er was eens een rijke man en een bedelaar, Lazarus geheten. In dit verhaal wordt rijk tegenover arm gezet. Een simpele tegenstelling die in de praktijk van ons leven helaas niet altijd zó simpel is. Voor ons, bijbelkenners, is de boodschap van dit verhaal ook erg flauw en de afloop nogal voorspelbaar. De arme krijgt het uiteindelijk goed en de rijke vergaat het uiteindelijk behoorlijk slecht. Of zit de crux van het verhaal soms in dat uiteindelijke?

In de evangeliën komen we vaker van die simpele tegenstellingen tegen. De eersten zullen de laatsten worden. Het geloof van hoeren, tollenaars en zondaars van ander allooi wordt door Jezus geprezen. Aan schriftgeleerden en Farizeeën leest Jezus de les over hoe het geloof in God er werkelijk moet uitzien. De lofzang van Maria bezingt hoe de machtigen van hun troon worden gestoten en de geringen worden verhoogd.

Er was eens een rijke man en een bedelaar, Lazarus geheten. Het verhaal heeft de morele simpelheid van een sprookje. Er was eens een meisje, Assepoester geheten. Zij werd hevig onderdrukt maar zie, de prins neemt haar tot vrouw. Er was eens een lelijk eendje, door alle andere eenden verstoten. Maar zie, het lelijke eendje groeide uit tot een edele zwaan.Bij het horen van deze verhalen zegt ons rechtvaardigheidsgevoel spontaan: Goed zo, lekker puh! Mooi, dat Assepoester een prinses wordt en het lelijke eendje een ontzagwekkende zwaan. Mooi dat de bedelaar, Lazarus geheten het uiteindelijk goed krijgt en de rijke man uiteindelijk slecht.

De boodschap van deze verhalen is simpel voor ons eigen leven. De boodschap bestaat uit twee opdrachten. De eerste opdracht houdt in dat wij ons moeten realiseren, dat onze rijkdom hier op aarde niet zaligmakend is. De tweede opdracht die daaraan gelijk is, is dat wij onze rijkdom moeten delen met mensen die minder bedeeld zijn. Dat delen moet uit meer bestaan dan op de grond gevallen kruimels.

Nu, de laatste opdracht is de gemakkelijkste. We kunnen precies berekenen hoeveel wij kunnen geven van onze rijkdom zonder er zelf werkelijk minder van te worden. We kunnen ook berekenen hoe groot de gift kan zijn voordat wij daarvoor een vakantie moeten opgeven, een kleinere auto moeten aanschaffen of een restaurantbezoek moeten overslaan. We hoeven daarover niet na te denken. We hoeven alleen maar een berekening te maken. Dat is simpel.

Maar stel, dat we onze rijkdom eens anders definiëren en bijvoorbeeld ons geluk als rijkdom definiëren? Met geluk bedoel ik dan niet ‘geluk hebben’ maar ‘gelukkig zijn’.Als we rijkdom definiëren als geluk, dan wordt het opeens veel lastiger. Dan moeten we wel nadenken. We moeten dan een aantal vragen beantwoorden. Wat is geluk? Ben ik gelukkig? Behoor ik gelukkig te zijn? Als je deze vragen wilt beantwoorden, dan kom je heel dicht bij jezelf en als je deze vragen als gelovig mens wilt beantwoorden, dan kom je heel dicht bij God uit.Wie maakt mij gelukkig? Ben ik het zelf die mij gelukkig maakt, zijn het andere mensen die mij gelukkig maken of is het God die mij gelukkig maakt of is het mijn materieel bezit dat mij gelukkig maakt?

In die dagen zei Jezus: Er was eens een rijke man en een bedelaar, Lazarus geheten.Wij kunnen aan ons zelf vragen: Ben ik nu die rijke man of Lazarus de bedelaar? We kunnen het onszelf nog moeilijker maken en vragen: op welke punten ben ik de rijke man en op welke punten de bedelaar? Anders gezegd: wat bedoelt Jezus nu werkelijk met rijk en arm? Als we rijk definiëren als ‘gelukkig zijn’, dan kan een materieel arm mens rijk zijn en omgekeerd. ‘Rijk zijn’ kan ook gedefinieerd worden als een onuitsprekelijk groot geloof hebben dat gepaard gaat met hoop en liefde. Hoop op uiteindelijk het goede voor jezelf en voor anderen en liefde voor jezelf en voor anderen.

Je zou kunnen zeggen dat de rijke man uit het verhaal uiteindelijk de arme man blijkt te zijn. Dat beeld is heel herkenbaar. We kennen wel van zulke mensen en misschien herkennen wij de trekjes van zulke mensen ook bij onszelf. We laten ons geluk bijvoorbeeld bepalen door het hebben van belangrijke connecties of door het leveren van grote prestaties. Nu, het hebben van belangrijke connecties en het leveren van grote prestaties is niet verkeerd en is zeker als rijkdom te definiëren, echter het je daarop laten voorstaan is pure armoede.

We komen nu aan bij de tweede opdracht, namelijk onze rijkdom delen met anderen. Stel, wij hebben belangrijke connecties en leveren grote prestaties. Mogen anderen alleen zeggen dat ze ons kennen of mogen anderen effectief van onze connecties en prestaties gebruik maken? In het eerste geval maken we van de ander een arme bedelaar die probeert nog wat kruimels te bemachtigen.In het tweede geval delen wij onze rijkdom met anderen zodat de ander ook de mogelijkheid krijgt rijk te worden.

Stel dat wij gelukkig zijn, laten wij dan anderen ook delen in dat geluk?En zie, op het moment dat we rijkdom invullen met geluk dan vervagen de grenzen tussen rijk en arm. Het onderscheid tussen rijk en arm is niet meer zo simpel te maken. Dan wordt het steeds onduidelijker wie nu de gever en wie nu de ontvanger is. Degene die het stempel van de arme opgedrukt heeft, kan blijken uiteindelijk de rijke te zijn. Natuurlijk hij of zij kan geen uitnodigingen uitdelen voor een schitterend feest, maar hij kan ons wel op een andere manier ontzettend rijk maken. Zo bezien kan Lazarus nog wel eens de rijkste man ter wereld zijn, die ook nog bereid is van zijn rijkdom te delen, al zijn het maar kruimels van geluk.

Wat ik nu gezegd heb, is heel gevaarlijk en lijkt op uitspraken van vakantiegangers naar verre, arme landen. Ze zeggen dan: Goh, die mensen zijn heel arm maar toch zijn ze gelukkig en gastvrij. Hoewel ze zelf nauwelijks iets te eten hebben, nodigen ze je uit met hen mee te eten. Nu, dat is natuurlijk een hoogst gênante situatie. Dus moeten wij ervoor zorgen, dat de arme Lazarussen van deze wereld voedsel, onderdak, onderwijs en zorg krijgen. Maar wat ik ook wil zeggen is, dat je als materieel arm mens, rijk kan zijn en dat je als materieel rijk mens ook geestelijk en sociaal rijk kan zijn.

Om dat laatste te kunnen bereiken, moeten we steeds weer terug naar die lastige vragen van het begin: Ik ben rijk, maar ben ik ook gelukkig? Een nog belangrijker vraag is: Behoor ik gelukkig te zijn, gezien mijn situatie? En als laatste vraag: Waardoor of door wie ben ik gelukkig? Door mijn bezit, door toedoen van mijzelf, door toedoen van anderen of door dat onuitsprekelijk vertrouwen op God?

Als je deze lastige vragen serieus wilt beantwoorden, kom je heel dicht bij jezelf uit en als gelovig mens heel dicht bij God en bij de ander uit. God en de ander zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De opdracht te delen van je rijkdom, sluit andere mensen vanzelfsprekend in.In de brief van Paulus aan Timoteüs staat een opdracht geformuleerd: Streef naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. Nu, deze opdracht is alleen uitvoerbaar in relatie met anderen. Dat is ook eigenlijk één van de essenties van het geloof en van het gelovige leven. Het eerste en tweede gebod is daar duidelijk genoeg over.Er was eens een rijke man en een bedelaar, Lazarus geheten. Met de rijke man liep het uiteindelijk slecht af en met de bedelaar liep het uiteindelijk goed af. Nu nog dat woord ‘uiteindelijk’. Zit daar voor ons soms de crux?

De goede afloop voor Lazarus wordt in de hemel gesitueerd. In het Magnificat wordt de omkering in tijd in een onbepaalde toekomst gesitueerd.
Dat is natuurlijk prettig, want dan kunnen we nog even wachten met het meehelpen de wereld op z’n kop te zetten. Want op de dingen die daar in de hemel allemaal gebeuren, hebben wij toch geen invloed.

Maar, en natuurlijk komt er een maar, zou het voor ons niet een geweldige uitdaging zijn om God op dit punt voor één keertje vóór te zijn zodat Hij tot de conclusie moet komen dat het verhaal over de rijke man en de arme Lazarus zwaar verouderd is?

Amen.
 

Pastoor Annemieke Duurkoop