02 preek bij de 5e zondag na epifanie

Zelf je netten uitwerpen

<!– used as thumbnail: –>5e zondag na Epifanie, de wonderbare visvangst, 7 februari 2016, C-jaar

Jesaja 6, 1-8, 1 Korintiërs 15, 1-11, Lucas 5, 1-11

Zusters en broeders,

Wat zou jij doen wanneer Jezus opeens bij je staat en je vraagt of je nog eens opnieuw je netten wilt uitwerpen in de diepe wateren van je geloof, waar je al met zoveel ijver gevist hebt. Het kan je gebeuren dat je denkt dat je geloof je niks meer te bieden heeft, je hebt het immers allemaal al zo goed doordacht. Daar valt toch niks nieuws uit te halen? Wat zou jij doen?

Het verhaal over de wonderbare visvangst spreekt velen tot de verbeelding. Net als bij de andere verhalen van vandaag lijkt het te gaan over roeping. Opeens ervaar je dat God ingrijpt in je leven en je tot nieuwe ervaringen in staat stelt. Misschien had je de hoop al opgegeven maar nu word je overweldigt door deze ervaring en in je enthousiasme zeg je ja op de vraag van de Heer, misschien zonder te beseffen wat er allemaal gaat gebeuren.

Toch kan het ook wel verwarring oproepen, zoals ik merk wanneer ik lees over die visvangst. Er gebeurt namelijk nogal wat. Het gaat over geroepen worden, maar ook over de wonderbaarlijke visvangst zelf. Wat betekent dat in het verhaal? Hoe plaatsen we onszelf in dat verhaal?

Overgave

Er worden heel veel vissen gevangen. Twee boten bezwijken eronder. In eerste instantie lijkt het een beeld van de volkskerk op te roepen. Zoveel mogelijk mensen aan boord halen. Misschien is dat ook wel tweeduizend jaar zo geweest. Het is het beeld van een activistische kerk, die veel naar buiten treedt om het geloof aan zoveel mogelijk mensen te verkondigen.

Het is echter ook het beeld van een kerk die mensen kosten wat het kost binnenhaalt, of ze nu willen of niet.

Simon Petrus was met zijn metgezellen de hele nacht al aan het zwoegen geweest, maar het was hem niet gelukt om de vissen binnen te halen. Ze waren nog in het donker bezig, niet in het Licht van Christus. Dan komt daar die wat vreemde man Jezus. Ze hebben hem ontmoet. Hij sprak met zoveel gezag en liefde daar in die synagoge en Hij genas ook nog de schoonmoeder van Simon. Hij vraagt ze het opnieuw te proberen, maar nu in het Licht, terwijl Hij erbij is.

Simon doet het wel, maar hij heeft ook zijn twijfels. Na een hele nacht werken zal hij ook wel aan zijn rust toe geweest zijn. Het doet ook wel denken aan de discussies die je kunt hebben wanneer je twee weken achtereen weer naar die kerk moet. ‘Ik ben toch al geweest? Toen heb ik toch ook niks gevangen? Waarom moet ik het dan opnieuw proberen?’

Ja, blijkbaar wel. Jezus bouwt het rustig op. Eerst maar eens aan boord komen. Dan in het veilige ondiepe water laten zien hoe je de mensen aanspreekt. Dan richt Hij het woord tot Simon. ‘Simon, je hebt ijverig je best gedaan, maar nu wil je er mee stoppen en het liefste de nacht weer vergeten? Denk je dat je klaar bent nu het je niks gebracht heeft? Zullen we het eens samen proberen? Jullie hebben gezien hoe ik de mensen heb geleerd, gaan jullie nu maar eens vissen waar jullie het eerder hebben geprobeerd.’

Samen met Jezus durven ze zich opnieuw te begeven naar dat diepe water. Water dat staat voor het onbekende, voor gevaar en doodsangst. Maar nu doen ze het niet meer in het donker, maar geven ze zich over aan het Licht.

Met deze vernieuwde blik durven ze het opnieuw te proberen. Ze hebben nog een kans gekregen. De kans om hun geloof te verdiepen en te verlichten door Jezus Christus. Niet hun eigen ideeën blijken het gewenste resultaat te geven, maar de frisse blik van Jezus. Maar ze zullen wel zelf de boot naar het diepe water moeten varen en zelf hun netten uitwerpen.

Zelfvertrouwen

Ze twijfelden al aan hun eigen kunnen. Zonder Jezus doen ze dat wel vaker. Later zal Jezus ze ook eens vragen vijfduizend man te eten te geven. Mensen die hongerig gemaakt zijn, maar op het hoogtepunt, wanneer ze echt gevoed willen worden zien de leerlingen het niet meer zitten. ‘Hoe moeten we dat in vredesnaam doen? Dat kunnen we toch niet?’ Ondanks dat de twaalf dan toch al heel wat lering hebben gehad van Jezus is hun zelfvertrouwen misschien nog wel verder gedaald. Bij de vissen probeerden ze het nog, gaven ze het een kans en wierpen zelf de netten uit, maar bij het voeden van vijfduizend man laten ze het maar meteen aan Jezus over.

Het lijkt me ook moeilijk om zo’n zelfvertrouwen te hebben. Je merkt het ook wel in de parochie. Als pastoor beperkt aangesteld, als parochianen veelal ver van de parochie afwonend. In financieel toch geen gemakkelijk vaarwater. Ook ons lukt het allemaal niet zomaar. Maar toch zijn er van die momenten, waarop je ineens anderen weet aan te spreken. Mensen van buiten, maar ook mensen binnen de parochie. Ineens verdiept je geloof en de netten brengen weer wat op. Zoals we ook merken wanneer twee parochianen door een zware periode gaan er mensen zijn die er voor ze willen zijn. Die ze bezoeken en die ze helpen. Het geeft nieuwe impulsen voor ons parochie zijn. Het laat zien dat we ons laten aansporen zelf de netten uit te werpen.

Dan laten we ons niet meer verblinden door de gedachten dat alles op is, dat we de mogelijkheden niet meer hebben, maar we grijpen nieuwe kansen aan. Zo mogen we toch ervaren dat Christus echt bij ons aan boord is gekomen. We kunnen veel meer dan we denken, zolang we maar blijven vertrouwen op Christus en blijven luisteren naar wat Hij te zeggen heeft.

Tijd voor iets nieuws

Na tweeduizend jaar dat de Kerk heeft ingestoken op groei, wordt het misschien tijd om in te steken op verdieping. Een verdieping die ons losmaakt van de vastgeroeste beelden die we hebben van kerkzijn, gedomineerd door het beeld dat we ons hebben gevormd van een middeleeuwse volkskerk. Waarbij het geloof steeds meer een aanschouwend geloof is geworden, waarbij we het liefste zijn gaan kijken naar Christus die we opsluiten in een broodje op een altaar dat ver van ons af staat, of zelfs in een tabernakel, zodat onze lieve Heer maar vooral niet kan ontsnappen.

Zo anders dan het geloof van die apostelen en de eerste zusters en broeders. Die ervoeren dat Jezus echt in hun midden was, zelfs na zijn dood door zijn opstanding. Zouden we dat ook niet zo intens willen ervaren? Dat Jezus echt bij ons is?

Misschien wordt het eens tijd om de netten opnieuw uit te gooien in de diepte van het geloof. We weten het toch allemaal zo goed hoe het moet, we hebben er hard voor gewerkt om te komen waar we nu zijn? We hebben ons geloof zelf samengesteld met de dingen die onszelf aanspreken. Maar ervaren we werkelijk dat Christus in ons midden is? Niet alleen in zo’n mystiek lichaam als onder de gedaanten van Brood en Wijn, maar écht.

Zelf in actie komen

We kunnen misschien net als Simon Petrus onze twijfels hebben, maar wanneer we eens goed luisteren naar wat de Heer ons te zeggen heeft, dan kan Jezus zelf weer de leiding in handen nemen, zoals toen Simon Petrus naar hem luisterde. Dan kunnen we ons geloof vernieuwen en verdiepen. Wat we dan vangen weten we niet. Misschien komen we erachter dat die vissen dan werkelijk voor massa’s mensen staan, maar misschien staat het ook wel voor de verrijking van ons eigen geloof. Maar wat wel belangrijk is, wanneer we dan luisteren naar Jezus, wat zou jij dan doen? Zou je zelf in actie komen?

Amen.

Pastoor Victor Scheijde