Kerstmis 2011

Niet zoals het hoort

Jesaja 9, 1-6 Titus 2, 11-14 Lucas 2, 1-20

Zusters en broeders in Christus,

Mijn dochter, Lena, vertelde laatst verontwaardigd dat ze in het Kerstspel op school zeiden dat Jezus in een voederbak werd gelegd.
“Dat was toch een kribbe?” Zei ze.
“Ja,” zei ik, “maar een kribbe is ook een voederbak.”
“Toch vind ik kribbe mooier klinken”, zei ze.

Ja, wat heb je daar dan tegenin te brengen. Uit alle vertalingen die je kan kiezen heb ik ook bewust onze eigen vertrouwde vertaling gekozen, vanwege juist die kribbe. Veel nieuwere Bijbelvertalingen kiezen voor de voederbak, omdat dat beter aansluit in het taalgebruik van vandaag en het woord “voederbak” zorgt ervoor dat het verhaal niet verward wordt met het romantische beeld van Kerstmis.
Een kribbe maakt het beeld dus romantisch?

Mijn moeder vertelde vroeger met Kerst altijd uit een heel oud boek dat nog van mijn oma was geweest. Het viel al helemaal uit elkaar. Ze vertelde dan het verhaal van het wiegje dat Jozef zo ijverig aan het timmeren was, maar omdat hij het zo druk had met opdrachten kwam het maar niet klaar. Hij had het mooiste cederhout gebruikt, maar telkens kwam het niet verder. En het kindje kwam er toch al snel aan! Toen besloten de engeltjes hem te helpen en ’s nachts maakten ze het wiegje af. En het was zo mooi geworden en Maria was zo trots ermee! Maar toen sloeg het noodlot toe. Ze moesten op reis om zich in Bethlehem te laten inschrijven. En de hoogzwangere Maria kon dat eind toch niet lopen en geld voor een ezel had hij niet meer. Hij moest het wiegje dus wel verkopen, om zo een ezel te kunnen kopen.
Wat vonden we dat verschrikkelijk als kind! Het resultaat was namelijk dat Jezus in een kribbe moest liggen, en wij begrepen heel goed dat dat geen mooi, warm, knus bedje was! Maar het hoorde wel degelijk bij het Kerstverhaal!

Misschien is het juist wel goed als mensen in eerste instantie gegrepen worden door een woord dat met Kerst geassocieerd wordt. Dan weten we namelijk meteen weer waar we staan. Want volgens mij ging het verhaal niet over een voederbak waar een kind in gelegd werd, maar over de geboorte van een kind, waarin God mens werd. Het mag dus best tot de verbeelding spreken. En daarop aansluitend komen al die toespelingen die duidelijk maken dat alles gebeurt:
niet zoals het hoort!

Niet zoals het hoort dus. Dat kennen we maar al te goed. Alles is strak geregeld volgens vaste patronen. Onze gegevens worden allemaal bijgehouden door de overheid en ook dat moet allemaal passen in een vooropgezet stramien. Pas je daar niet in, dan val je al snel buiten de boot.
Alles natuurlijk met de beste bedoelingen, alles voor je eigen veiligheid en natuurlijk zullen de gegevens zorgvuldig worden behandeld. Vertel ons eens wat nieuws, want uiteindelijk draait het om geld.
Hebben we er om gevraagd? Wordt ons een keus gelaten? En toch doen we allemaal mee. Sommigen mopperen dan wel, maar uiteindelijk sluit je gewoon aan in de rij, want anders is er geen plaats voor jou. Geen werk, geen uitkering, geen studie…
En zo, met datzelfde gevoel misschien wel, gingen Jozef en Maria op weg. De keizer had het zo beschikt, en iedereen had te doen wat de keizer zei, want anders….

Gods plan

Maar God trekt zijn eigen plan. Hij laat een licht opgaan. Een licht voor hen die niet binnen het systeem passen. Die gebukt gaan onder het systeem. Het volk dat ronddwaalt in het donker. Over hen die wonen in een land vol duisternis. Voor hen die geen hoop meer hebben.
Het licht dat op zal gaan, wordt niet gebracht door een soort superheld die met groot geweld alle misstanden zal rechtzetten, maar het wordt gegeven door een kind. Waarlijk de kracht van God wordt in zwakheid volbracht.
Als dat niet een duidelijk signaal is dat het anders kan…
Een kind dat overal buiten valt. Uit een vrouw die zwanger is, zonder dat Jozef de vader is.
Gehoorzaam aan de keizer laat Jozef zich samen met Maria inschrijven, maar de Mensenzoon wordt geboren waarschijnlijk daarna en dus niet ingeschreven. Alleen zo kan Hij daar van loskomen.
Waarlijk mens, maar ook waarlijk God is Hij.
Hij wordt geboren te midden van mensen die gehoorzaam zijn aan het aardse, maar zo goddelijk dat Hij er niet aan gebonden is. Zo kan Hij een boodschap brengen aan de mensen die de hoop hadden verloren. Mensen die zich niet in slaap lieten sussen, maar die wakker wilde blijven om hun schaapjes te beschermen. Mensen die zich daardoor aan de buitenkant van de gevestigde orde plaatsten.
Onverwacht werden ze geconfronteerd met de glorie van de Heer, het overweldigende licht van Gods openbaring. Het joeg hun angst aan. Ze dachten dat ze te maken hadden met iets ongehoords. Waren zij, zij die aan de kant geschoven waren, waardig genoeg hiervoor? Dan komt het geruststellende woord:
‘Vreest niet’
en dan wordt de vreugde verkondigd:
‘ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk gelden zal.’
Niet alleen dus voor die mensen die zich alleen maar binnen de wetmatigheid van het gevestigde leven begeven.

Bethlehem is de voederplaats

En daar, midden in de kribbe van Israël, Bethlehem, daar wordt Hij geboren. Hier zien we de diepere betekenis van wat we altijd gezegd hebben, kribbe. Zowel het Hebreeuwse woord (Abus) als het Griekse woord (Fatnei) laten in hun vertaling de ruimte het te interpreteren als de voederplaats, dus niet zozeer de voederbak. De naam Bethlehem is samengesteld uit de woorden Beth (huis) en Lehem (brood, voedsel). Broodhuis dus, de voederplaats van Israël. De kribbe, dat is het centrum van het geloof, daar moet de redder, de Messias, de nakomeling van David, geboren worden. Van daaruit voedt Hij ons. Van daaruit komt het Licht. Daar is vrede.

Andere vrede

Wanneer keizer Augustus aan de macht komt, stelt hij orde op zaken in het Romeinse rijk. Het is een orde die belangrijk is om ook de inkomsten te kunnen krijgen om het rijk in stand te houden. De legers te betalen, noem maar op. Het is dus van groot belang dat er vrede is en met harde hand zorgt hij er voor dat er vrede komt. Vrede ter bevordering van de economie. Het is een schijnvrede die afgedwongen wordt door angst. Het drukkende juk, stampende laarzen.
Het doet mij denken aan een tekst van Toon Hermans:

Ik wil een nieuwe wereld met alleen maar lieven
Waar geen ene plaats is voor de agressieven
Waar geen kans is voor de rijke krijgsmeneren
Waar mensen wandelen in plaats van te marcheren
Waar alle mannen flirten met hun eigen vrouwen
En kinderen dansen met confetti in het haar
Waar we hopen en vertrouwen
Bruggen naar de hemel bouwen
En wie zich daar niet aan houden
Die sla ik persoonlijk in mekaar

Maar het kind dat daar geboren is brengt een andere vrede. Een vrede die niet door angst wordt gevoed, maar een vrede uit liefde, liefde voor elkaar. Vrede kun je niet afdwingen door elkaar angst aan te jagen. Vrede is het licht dat van binnenuit de mensen moet stralen en zo anderen inspireren.

Want dan wordt het drukkende juk verbroken
Want dan worden alle stampende laarzen en met bloed doordrenkte mantels verbrand.
Want een kind is geboren, een zoon ons gegeven.

Amen.

Pastor Victor Scheijde